Een schoenafdruk

De Sint is met zijn stoomboot uit Spanje gekomen. Sinterklaas is al drie dagen in het land. En alle dagen heeft Kamil zijn schoen gezet bij de achterdeur van het huis. Als hij ’s ochtends wakker wordt, zit er steeds iets in. Chocolademunten, een handvol pepernoten en een stickervel. Kamil kijkt door de gordijnen aan de achterkant van het huis. De sterren blinken aan de hemel.

Vader komt naast hem staan.
‘Mag ik vanavond mijn schoen zetten?’ vraagt Kamil.
‘Natuurlijk.’
Kamil rent door de kamer en pakt zijn zwarte schoen. Hij zet hem bij de achterdeur. Daarna maakt hij een mooie tekening. Kamil tekent twee pietjes en de Sint.
‘Tadaa. Mijn tekening voor Sinterklaas is af!’ roept hij. Hij rolt de tekening op en stopt hem in zijn schoen. Hij legt er ook een suikerklontje bij. Speciaal voor Ozosnel.
Daarna zingt Kamil uit volle borst: ‘Sinterklaas kapoentje.’ Zo hard dat Sinterklaas en zijn pieten hem vannacht niet over kunnen slaan.
‘Kom. Naar boven,’ zegt vader.

Even later ligt Kamil  in zijn piratenbed onder de dekens. Als vader het licht uitknipt, is hij nog heel lang wakker. Totdat zijn ogen zo moe zijn dat hij toch in slaap valt. Hij droomt over het paard Ozosnel en wordt dan wakker. Hij wrijft de slaap uit zijn ogen en springt uit bed.

Kamil is nog nooit zo snel de trap afgerend. Hij staat voor zijn zwarte schoen. Daar staat hij even stil uit te hijgen. Met gebogen rug, zijn hoofd naar beneden en zijn neus bijna in zijn schoen.
Daarna kijkt Kamil weer omhoog, recht in het gezicht van zijn vader.
‘Er zit niets in mijn schoen,’ jammert hij.
‘Sinterklaas en zijn pieten kunnen ook niet iedere dag langskomen.’
‘O.’ Kamil gaat op zijn knieën zitten en haalt zijn tekening en het suikerklontje eruit. En als zijn vader even niet kijkt, stopt hij snel het zoete blokje in zijn mond. Hij loopt naar het raam aan de voorkant van het huis. Kamil klimt op de vensterbank en kijkt de kamer rond.

Plots ziet hij een bruine afdruk op de houten vloer bij de televisie. Hij knijpt zijn ogen tot spleetjes om het nog wat beter te kunnen zien. Kamil springt van de vensterbank af en op zijn kousen sluipt hij ernaartoe.

Op dat moment komt vader stampend de kamer ingelopen. ‘Kamil. Overal ligt modder. In de keuken en hal!’
Kamil tilt zijn voeten op en kijkt aan de onderkant van zijn sokken, maar hij heeft helemaal geen schoenen aan. Hij rent naar zijn zwarte schoen en draait die om.
‘Er zit geen modder aan.’ Hij haalt zijn schouders op.
Vader wrijft over zijn onderkin. ‘Dat is heel vreemd.’

Kamil rent de trap op en pakt uit zijn ladekastje een loep. Daarna stampt hij met veel kabaal de trap weer af.
‘Ik heb liever een muisje in huis dan een olifant,’ roept vader, terwijl hij op zijn knieën de modder aan het opruimen is. 
Kamil moet bijna hardop lachen, maar dan ziet hij wat zijn vader aan het doen is.

‘NEE! Niet doen!’ gilt hij.
Vader staat op en kijkt hem verbaasd aan.
‘Ik heb een schoenafdruk bij de televisie gezien.’ Kamil houdt nu zijn loep omhoog. ‘Ik wil deze onderzoeken.’
Vader fronst zijn wenkbrauwen.
Kamil loopt naar de woonkamer. Vader volgt.
Daar zitten ze dan. Met zijn tweeën op hun knieën voor de schoenafdruk. Kamil gaat met zijn grote glazen loep over het spoor. Zijn hart klopt in zijn keel.
Plots ziet hij iets in de donkerbruine afdruk. Hij kijkt heel lang naar hetzelfde plekje.
Kamil wijst naar het kleine rondje stipje. ‘Het lijkt wel een… een… stukje pepernoot?’
‘Ja, hoor.’
‘Dit moet een schoenafdruk van een Piet zijn.’
Verbaasd kijkt vader hem aan. ‘Nee, echt niet.’
‘Wel. En nu ga ik Piet zoeken.’
Vader glimlacht. ‘Piet is vast en zeker weer in het Grote Pietenhuis.’
Kamil kleedt zich aan. Hij eet een boterham met speculaas. Mmm. Heerlijk.  Hij slikt net zijn laatste hap door als TRINGGG de voordeurbel gaat.
Kamil doet open. Het is Bente, zijn buurmeisje. Ze woont aan de overkant van de straat.
‘Kamil. Kamil. Kom mee. Ik wil je iets laten zien.’ Bente trekt hem aan zijn arm. Even voelt hij de frisse buitenlucht, maar een paar tellen later zit hij voor de houtkachel.
‘Het is… het is…’ zegt Kamil.
Bente springt op en neer. ‘Een schoenafdruk van een Piet!’
‘Hij ziet er precies hetzelfde uit als bij mij.’ Kamil staart met open mond naar de afdruk.
‘Wat? Wat zeg je toch allemaal?’
‘Ik heb vanochtend ook een schoenafdruk gevonden in de woonkamer bij de televisie.’
Kamil ziet dat de ogen van Bente steeds groter worden. ‘Dat meen je niet.’

Even later kijken Kamil en Bente naar de schoenafdruk bij Kamil.
‘Kijk. Zie ik daar nou een roze schuimpje?’ vraagt Bente zich af.
‘Ik kan het niet goed zien.’ Kamil pakt zijn loep en vergroot het wel vier keer. Hij knikt.
‘Piet is toch in mijn huis geweest, maar ik heb helemaal niets in mijn schoen gekregen,’ jammert hij.
‘Ik ook niet. Ik heb nog veel meer sporen gevonden. Laten we die gaan bekijken.’

Bente en Kamil steken de straat weer over. Ze volgen de voetafdrukken vanaf de houtkachel en lopen de trap op. ‘Wauw!’ zegt Kamil als hij op de tweede trede staat. ‘Ik zie een groene muis. Hij pakt de muis op, wikkelt het papier ervan af en stopt hem in zijn mond.
‘Ik weet het nu zeker. Piet is ook in jouw huis geweest.’
Bente is opgelucht. Liever een Piet dan een inbreker in huis. Met hun loep volgen ze alle treden. En dan gaan de voetstappen naar de kamer van Bente.
Op het witte schapenvachtje staat een reuzegrote schoenafdruk en daar liggen ook heel veel kruidnootjes. Kamil stopt er een heleboel in zijn mond.
‘Zeg… krijg ik er ook nog een paar?’
‘O, sorry. We komen vast nog meer snoepgoed tegen.’ Kamil knipoogt naar Bente en eet zijn kruidnootjes op.

Bente kruipt weer verder.

‘Wacht even, niet zo haastig,’ roept Kamil.
Bente volgt het spoor en gaat de trap weer af.  ‘We moeten naar jouw huis.’ Ze wijst na een klein beetje modder op het asfalt.

Even later staan Kamil en Bente weer voor de televisie.
‘Ik zie geen afdruk meer. Moeten we nu naar links of naar rechts?’ vraagt Bente.
Kamil haalt zijn schouders op. ‘Ik weet het ook niet. Vader heeft alle modder opgeruimd.’
Het blijft even stil. ‘Dan moeten we overal in huis gaan zoeken,’ antwoordt Bente.
Ze zoeken van boven naar beneden. En van hoog naar laag. Op de kamer van Kamil kijken ze tussen al zijn rommel. Ze kijken zelfs in de badkuip en in de schuur.

Het is inmiddels donker geworden. Bente en Kamil eten samen. Bente mag zelfs blijven logeren.
Het wordt later en later. Kamil en Bente kijken nog eens goed achter de bank en onder de tafel. Ze vinden niets en dan moeten ze toch echt naar bed. Ze vergeten zelfs hun schoen te zetten.

‘Waar kan Piet nou zijn?’ vraagt Bente, als ze op het matras naast Kamil gaat liggen.
‘We hebben overal gezocht,’ reageert Kamil.
‘Piet is gewoon weer in het Grote Pietenhuis,’ zegt vader en knipt het licht uit.
‘Welterusten.’
‘Welterusten,’ fluisteren Kamil en Bente.

Eerst willen ze niet gaan slapen en kletsen nog heel lang, totdat ze een standje krijgen. Daarna draait Bente zich om.
‘Stil nou,’ zegt Kamil. Hij prikt met zijn vinger in haar zij. Woest draait Bente zich weer om.
‘Ik snurk niet.’
‘SSSSTTT,’ zegt Kamil. Hij hoort opnieuw een ruisend geluid. Het is heel zacht.
‘Ik hoor het ook.’
Het geluid wordt wat luider. Ze leggen hun rechteroor op het matras. ‘Het komt van beneden,’ zegt Kamil.
Heel voorzichtig gluren ze langs de bedrand naar beneden. Even blijven ze roerloos kijken.
‘Er slaapt iemand,’ zegt Bente met een trilling in haar stem.
Ze springen van het bed af. Kamil knipt het licht aan. En meteen is het niet meer eng. Ze kijken naar Hoofdpiet die onder het bed vandaan kruipt.

Kamil en Bente knikken opgelucht.
‘Oeps, ik ben in slaap gevallen,’ zegt Hoofdpiet geeuwend. Hij staat meteen overeind. ‘Ik heb nog heel veel werk te doen.’
Kamil en Bente lachen van opluchting. ‘We hebben allemaal schoenafdrukken gevonden van jou, maar er zat niets in onze schoen,’ zegt Kamil.
‘O, ja, dat klopt. Helemaal vergeten.’ Hoofdpiet denkt een paar tellen na. ‘Ik heb hier zo lekker geslapen.’ Hoofdpiet friemelt met zijn handen in zijn zak en haalt er twee kaartjes uit. ‘Hier.’ Hij geeft er aan allebei een. ‘Binnenkort speel ik in de Sinterklaasmusical in De Kring. Vanwege al jullie speurwerk, hebben jullie twee gratis kaartjes verdiend.’
Kamil en Bente kijken heel blij. ‘En nu moet ik echt gaan, want ik heb nog een lange nacht voor de boeg.’ Hoofdpiet opent de gordijnen en het raam. Via de regenpijp glijdt hij naar beneden. Kamil en Bente zwaaien naar hem, totdat hij in de donkerte is verdwenen.

Het verhaal is geschreven door kinderboekenschrijfster Saskia van den Brand

Kamil haalt zijn schouders op. ‘Ik weet het ook niet. Vader heeft alle modder opgeruimd.’

Het blijft even stil. ‘Dan moeten we overal in huis gaan zoeken,’ antwoordt Bente.

Ze zoeken van boven naar beneden. En van hoog naar laag. Op de kamer van Kamil kijken ze tussen

al zijn rommel. Ze kijken zelfs in de badkuip en in de schuur.

Het is inmiddels donker geworden. Bente en Kamil eten samen. Bente mag zelfs blijven logeren.

Het wordt later en later. Kamil en Bente kijken nog eens goed achter de bank en onder de tafel. Ze

vinden niets en dan moeten ze toch echt naar bed. Ze vergeten zelfs hun schoen te zetten.

‘Waar kan Piet nou zijn?’ vraagt Bente, als ze op het matras naast Kamil gaat liggen.

‘We hebben overal gezocht,’ reageert Kamil.

‘Piet is gewoon weer in het Grote Pietenhuis,’ zegt vader en knipt het licht uit.

‘Welterusten.’

‘Welterusten,’ fluisteren Kamil en Bente.

Eerst willen ze niet gaan slapen en kletsen nog heel lang, totdat ze een standje krijgen. Daarna draait

Bente zich om.

‘Stil nou,’ zegt Kamil. Hij prikt met zijn vinger in haar zij. Woest draait Bente zich weer om.

‘Ik snurk niet.’

‘SSSSTTT,’ zegt Kamil. Hij hoort opnieuw een ruisend geluid. Het is heel zacht.

‘Ik hoor het ook.’

Het geluid wordt wat luider. Ze leggen hun rechteroor op het matras. ‘Het komt van beneden,’ zegt

Kamil.

Heel voorzichtig gluren ze langs de bedrand naar beneden. Even blijven ze roerloos kijken.

‘Er slaapt iemand,’ zegt Bente met een trilling in haar stem.

Ze springen van het bed af. Kamil knipt het licht aan. En meteen is het niet meer eng. Ze kijken naar

Hoofdpiet die onder het bed vandaan kruipt.

Kamil en Bente knikken opgelucht.

‘Oeps, ik ben in slaap gevallen,’ zegt Hoofdpiet geeuwend. Hij staat meteen overeind. ‘Ik heb nog

heel veel werk te doen.’

Kamil en Bente lachen van opluchting. ‘We hebben allemaal schoenafdrukken gevonden van jou,

maar er zat niets in onze schoen,’ zegt Kamil.

‘O, ja, dat klopt. Helemaal vergeten.’ Hoofdpiet denkt een paar tellen na. ‘Ik heb hier zo lekker

geslapen.’ Hoofdpiet friemelt met zijn handen in zijn zak en haalt er twee kaartjes uit. ‘Hier.’ Hij geeft

er aan allebei een. ‘Binnenkort speel ik in de Sinterklaasmusical in De Kring. Vanwege al jullie

speurwerk, hebben jullie twee gratis kaartjes verdiend.’

Kamil en Bente kijken heel blij. ‘En nu moet ik echt gaan, want ik heb nog een lange nacht voor de

boeg.’ Hoofdpiet opent de gordijnen en het raam. Via de regenpijp glijdt hij naar beneden. Kamil en

Bente zwaaien naar hem, totdat hij in de donkerte is verdwenen.